-
1 aandringen
1 [aansporen] urge2 [met klem trachten gedaan te krijgen] insist♦voorbeelden:1 niet verder aandringen • not press the point, not insistbij iemand op hulp aandringen • urge someone to helpop aandringen van • at the insistence/the urgent request ofaandringen op iets • insist on something -
2 aandringen op iets
aandringen op ietsVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > aandringen op iets
-
3 insister
insister [ẽsiestee]〈 werkwoord〉2 aandringen ⇒ aanhouden, volhouden♦voorbeelden:insister pour qc. • op iets aandringeninsister sur le fait que, pour dire que • er met nadruk op wijzen datinutile d'insister • je hoeft niet verder aan te dringenil ne faut pas trop insister • u moet de zaak niet te ver doordrijvenn'insistons pas! • laten we er maar over ophouden! -
4 hang out for something
hang out for something -
5 hang out
n. verblijf (Slang); plaats waar iemand vaak komthang out♦voorbeelden:1 where were you hanging out? • waar heb jij uitgehangen?II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
6 insister pour qc.
insister pour qc. -
7 press
n. pers; druk--------v. persen; drukken; aandringen; pressen; strijkenpress1[ pres] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 drukpers7 druk9 muurkast♦voorbeelden:get a good press • een goede pers krijgenat/in (the) press • ter perseoff the press • van de pers→ yellow yellow/————————press2♦voorbeelden:press down (up)on someone • op iemand drukkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 drukken ⇒ duwen, klemmen6 pressen ⇒ druk uitoefenen op, aanzetten♦voorbeelden:press a metaphor • een metafoor letterlijk opvattenbe pressed for money/time • in geld-/tijdnood zittenpress something upon someone • iemand iets opdringen¶ press home one's point of view • zijn zienswijze doordrijven/zetten -
8 hameren
1 [met een hamer slaan] donner des coups de marteau2 [krachtig kloppen] frapper fort3 [+ op][aandringen (op)] insister (sur)♦voorbeelden:1 de voorzitter hamerde om de spreker tot de orde te roepen • le président rappela l'orateur à l'ordre en frappant du marteaudat bericht hamerde voortdurend door mijn hoofd • cette nouvelle me résonnait dans la tête3 op iets hameren • s'appesantir sur qc.II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [(met een hamer) slaan] marteler♦voorbeelden:de spijker in het hout hameren • enfoncer le clou dans le bois〈 figuurlijk〉 iets erin hameren • enfoncer qc. dans le crâne (de qn.)het hameren • le martelage -
9 настаивать на
vgener. aandringen (чём-л.), lang op (iets) hameren (чём-л.) -
10 stand
n. standaard, voet, stel; tribune; plaats; plaats voor taxi's--------v. staan; doen staan; opstaan; aanleunen; erop staan; leed dragen; waarderenstand1[ stænd] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 plaats ⇒ positie, post4 stander ⇒ statief, standaard♦voorbeelden:————————stand22 zich bevinden ⇒ staan, liggen6 zijn ⇒ (ervoor) staan, zich in een bepaalde situatie bevinden♦voorbeelden:as I stand here • zowaar ik hier sta4 stand and deliver! • je geld of je leven!he stands at nothing • hij staat nergens voorstand at thirty degrees • op dertig graden staanas it stands • momenteel, zoals het nu isknow where he stands • weten waar hij aan toe isstand to lose something • waarschijnlijk/zeker iets zullen verliezenstand aloof • zich op een afstand houdenstand apart • zich afzijdig houdenstand easy! • op de plaats rust!stand well with someone • met iemand op goede voet staanstand in (for someone) • (iemand) vervangenstand on • aandringen opstand on ceremony • aan plichtplegingen hechtenstand over • toezicht houden opstand upon • staan op→ stand aside stand aside/, stand back stand back/, stand by stand by/, stand down stand down/, stand for stand for/, stand off stand off/, stand out stand out/, stand up stand up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
11 presser
presser [pressee]♦voorbeelden:rien ne presse • er is geen haast bijII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (uit)persen ⇒ (uit)knijpen, drukken2 vervolgen ⇒ kwellen, aandringen (bij)3 verhaasten ⇒ bespoedigen, spoed zetten achter♦voorbeelden:presser les rangs • de gelederen (dicht aaneen)sluitenpresser la mesure • het tempo opvoerenpresser le pas • vlugger gaan lopen♦voorbeelden:allons, pressons • kom, laten we opschietenv1) haast hebben2) (uit)persen, (uit)knijpen3) kwellen, vervolgen4) verhaasten5) druk uitoefenen [op iemand] -
12 настаивать на
vgener. aandringen (чём-л.), lang op (iets) hameren (чём-л.) -
13 anliegen
anliegen〈 haben〉1 (om, tegen het lichaam) zitten ⇒ aansluiten♦voorbeelden:3 liegt noch etwas an? • valt er nog iets te doen?
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский